Vijftig dollar per proefwerk

Door Eric-Wubbo Lameijer

Vijftig dollar per voldoende. Dat was wat studenten in New York konden verdienen, per schooljaar kon dat oplopen tot 2000 dollar. Ook in Chicago werd geëxperimenteerd met geldbedragen: vijftig dollar voor een negen of tien, minder geld voor een acht, een zeven, of een zes, niets voor een onvoldoende.

Het was een extreem experiment – een buitengewone maatregel om een buitengewoon ernstig probleem te bestrijden, de schooluitval en leerachterstanden in de Amerikaanse arme wijken. Geld was vaker effectief gebruikt om mensen een duwtje de goede richting te geven. Amerikaanse meisjes die een dollar kregen voor elke dag dat ze niet zwanger werden, werden veel minder vaak tienermoeder dan meisjes in de controlegroep. En in een Israëlische studie hadden onderzoekers ook slagingspercentages omhoog weten te krijgen door leerlingen beloningen in het vooruitzicht te stellen.

Maar het Amerikaanse experiment faalde – de beloningen zorgden niet voor meer voldoendes.

Als motivatie werkte het geld uitstekend – 50 dollar is aantrekkelijk, zeker als je familie arm is. Het probleem was dat de leerlingen die geholpen zouden moeten worden niet wisten hoe ze de beloning in de wacht moesten slepen. Als de onderzoekers de leerlingen vroegen hoe ze verwachtten het geld te kunnen verdienen noemden de leerlingen allerlei zelf uitgedokterde ‘slimme’ strategieën om proefwerkvragen te beantwoorden– maar geen enkele leerling noemde het maken van oefenopgaven of het lezen van het boek.

Waarom werkte het experiment in Israël dan wel? Bij nader inzien bleek het geld in Israël alleen te helpen bij meisjes en dan alleen bij die meisjes die normaal al bijna een voldoende haalden en zich maar ietsje meer moesten inspannen. De Israëlische meisjes konden wel leren, ze waren alleen niet gemotiveerd. De financiële prikkel zorgde ervoor dat ze ietsje meer tijd in hun schoolwerk staken en dus toch slaagden. De Amerikaanse kinderen waren wèl gemotiveerd, maar wisten niet hoe ze moesten leren. Dat past ook bij onderzoek dat eerder gedaan is naar het verband tussen doelen en leren (leren darten, Zimmerman & Kitsantas 1997) Zo hoog mogelijk proberen te scoren werkt alleen goed als je de basale darttechnieken goed beheerst – als je dat niet doet is het veel effectiever ‘procesdoelen’ te stellen, ofwel: dartttechnieken te trainen.

Op school werken zulke procesdoelen ook. De gulle Amerikaanse wetenschappers startten namelijk ook een experiment in Dallas. Maar daar beloonden ze geen cijfers, ze gaven zevenjarigen twee dollar voor elk boek dat ze gelezen hadden en waarvoor ze op een gecomputeriseerde toets slaagden. De kinderen werden dus betaald per boek – maar intussen groeide wel hun woordenschat, en haalden ze hogere cijfers dan kinderen in de controleklassen. Inspanningen belonen werkte beter dan focussen op het resultaat.

Als docent moet je je dus afvragen wat de oorzaak van lage schoolprestaties is. Is het lage motivatie of gebrek aan strategische kennis? Sommige leerlingen zullen alleen maar beter presteren als je hen een financiële of andere wortel voorhoudt. Maar, andere leerlingen moet eerst geleerd worden hoe ze goed kunnen leren. En wie weet is een geldprijs dan niet eens nodig.

Verder lezen:
- “Satchel, uniform, bonus: Pay-for-performance for school students is no silver bullet” -een uitgebreid en interessant artikel in “The Economist” over financiële beloningen in het onderwijs en het effect (of gebrek aan effect) ervan.
- Zimmerman, B.J. en Kitsantas, A (1997). “Developmental processes in self-regulation: Shifting from process to outcome goals”, Journal of Educational Psychology, 89(1): 29-36.
- Meer over het gebruik van financiële prikkels om gedrag te sturen: New Scientist, 22 november 2007
- Het is overigens niet helemaal duidelijk waarom het Israëlische experiment alleen bij meisjes werkte, en niet bij jongens; een reden zou kunnen zijn dat meisjes van eindexamenleeftijd emotioneel volwassener zijn (jongens zitten dan nog meer in de puberteit), maar ook lijken meisjes veel hoger te scoren dan jongens op het gebied van zelfbeheersing en inhibitie van impulsen (Hattie 2008, “Visible Learning”, p56); voor jongens was het dus waarschijnlijker moeilijker om het verre doel (het examen/of het geld) in het oog te houden dan voor de meisjes, en weerstand te bieden aan de verleiding van de ‘leukere dingen die ik nu kan doen’.

___

Deze blog maakt onderdeel uit van de blogreeks ‘Toekomst in het onderwijs’, waarin auteur Eric-Wubbo Lameijer de meest interessante en innovatie ontwikkelingen op het gebied van onderwijs deelt.