Slimmer worden, kan dat?
Door Eric-Wubbo Lameijer
In mijn vorige blogpost besprak ik dat Latijn (/wiskunde/programmeren in Logo/breintrainingsspellen) je niet slimmer maken. Je wordt beter in het getrainde vak, maar in alle andere opzichten ben je nog even slim of dom als daarvoor. Onder onderwijsexperts is dit een bekend effect: expertise is domeinspecifiek. Vaak zelfs extreem domeinspecifiek: de wereldberoemde tennisser Roger Federer werd bijvoorbeeld ingemaakt door een amateur bij een wedstrijdje ‘oud tennis’, wat bijna hetzelfde is als normaal tennis, alleen met een zwaardere bal en iets andere regels. Federer, ondanks zijn snelheid en scherpe reflexen, kon de bal nauwelijks raken (Matthew Syed, ‘Bounce’).
Maar om in het algemeen slimmer te worden helpt normale training niet: je wordt niet beter in andere dingen dan waarvoor je traint. Je kunt bijvoorbeeld je IQ ‘verhogen’ met 10 of meer punten als je goed voor een IQ-test traint, maar dat maakt je alleen beter in het maken van IQ-testen en helpt geen zier met andere dingen. Maar is er dan echt geen hoop als je voor alles slimmer wilt worden?
Het slechte nieuws is dat er nog geen methode is gevonden die van iedereen een genie maakt; maar wel zijn er een paar manieren waarop je toch je intelligentie iets kunt vergroten – en niet alleen op IQ-tests!
- lichaamsbeweging. Lichaamsbeweging heb ik al eens besproken, gym en sport lijken de schoolprestaties van kinderen iets te verbeteren. Bij oudere mensen is het effect nog sterker. Het effect lijkt het grootste te zijn in de prefrontale cortex, het gedeelte van het brein dat zorgt voor planning en zelfbeheersing. Kortom, sport, vooral aerobe inspanning, lijkt een goede manier om je hersenen een oppepper te geven.
- Muziek maken: muzieklessen lijken het IQ van kinderen licht te verhogen (tot 2.5 punt, niet veel, maar wel iets), en het bespelen van een instrument lijkt ook te helpen bij het mentaal fit blijven bij het ouder worden. Tenslotte lijkt muziek ook te helpen bij creativiteit; het is misschien geen toeval dat veel topwetenschappers, van Albert Einstein tot recentere toponderzoekers als Jean-Marie Lehn (Nobelprijs chemie, 1987) en Thomas Arthur Steitz (Nobelprijs scheikunde, 2009) naast wetenschap ook muziek als passie hadden. Kortom: we hebben een extra argument om kinderen op muziekles te sturen: ze worden er ook iets slimmer van.
- Een tweede taal leren. Misschien verwarrend voor diegenen die mijn vorige blogpost over Latijn hebben gelezen, lijkt het tweetalig zijn het brein te helpen. Latijn is daar echter niet nuttiger voor dan Engels of Spaans of Chinees, dus er is weinig reden om specifiek Latijn te leren in plaats van een moderne taal. Het effect van tweetaligheid lijkt het niet alleen gemakkelijker te maken een nieuwe taal te leren, maar tweetalig onderwijs lijkt ook een klein maar positief effect te hebben op wiskunde (John Hattie, ‘Visible Learning’). We weten nog niet of het zin heeft meer dan één vreemde taal te leren, maar in elk geval is onderwijs in vreemde talen op school dus op tenminste twee manieren nuttig: je leert een vreemde taal, en je wordt er een (beetje) slimmer van.
- De laatste methode om slimmer te worden is hersentraining, maar dan een speciale variant die juist niet in de ‘brain training games’ wordt gebruikt: het trainen van het werkgeheugen, en dan vooral ‘core working memory training‘, waarbij het werkgeheugen gevarieerd wordt getraind. Het lijkt erop dat die training je ‘vloeibare’ intelligentie vergroot, die samen met je kennis je prestaties bepaalt. Het onderzoek naar werkgeheugentraining is helaas slechts langzaam in de praktijk aan het doordruppelen, er zijn bedrijven, zoals CogMed die software verkopen die gebruikt wordt voor kinderen met ADHD, maar een goed, betaalbaar, wetenschappelijk gevalideerd programma om ook bij volwassenen het werkgeheugen te verbeteren lijkt er nog niet te zijn.
Kortom: als je in het algemeen slimmer wil worden: vergeet dan niet te sporten, leer of onderhoud je talen, overweeg een muziekinstrument te gaan spelen, en let op of je niet toevallig een wetenschappelijk gevalideerd werkgeheugentrainingsprogramma van de ‘core’ variëteit tegenkomt. Uiteraard, als je ergens echt in wil uitblinken moet je specifiek daar heel hard in trainen, liefst onder begeleiding van goede docenten. Maar dat is weer een ander verhaal…
Verder lezen:
- Over de domeinspecificiteit van expertise, zie bijvoorbeeld ‘Building expertise’, Ruth Colvin Clark, Pfeiffer, San Francisco, 2008.
- Het verhaal van Roger Federer (en meer opmerkelijke feiten over sporttalent en sporttraining) ‘Bounce’, Matthew Syed, Fourth Estate, London, 2010. Zie ook een (Engels) review dat ik erover heb geschreven hier.
- Voor degenen die benieuwd zijn als pillen als in het plaatje afgebeeld echt helpen: nee, voor zover we weten niet. Er is wel uit onderzoek bekend dat mensen met criminele neigingen zich beter gaan gedragen als ze een multivitamine bij hun gevangeniskost krijgen, maar voor intellectuele capaciteiten, en voor mensen die geen doodgekookte kantinemoes krijgen, lijkt het antwoord ‘nee’ te zijn. Mooie beloften, maar geen bewijs. Ook voor slimmer worden lijkt dus helaas te gelden: ‘no train, no gain’.
___
Deze blog maakt onderdeel uit van de blogreeks ‘Toekomst in het onderwijs’, waarin auteur Eric-Wubbo Lameijer de meest interessante en innovatie ontwikkelingen op het gebied van onderwijs deelt.