Metacog-watte?

Door Eric-Wubbo Lameijer

Een van de opvallendste verhalen die ik ooit over onderwijs heb gehoord is het verhaal van de rijstebrijberg-leerlingen. Een docente vertelde me dat bepaalde leerlingen bij zin één van een tekst begonnen, en die herlazen tot ze hem helemaal begrepen. Dan gingen ze door met z'n twee, en als ze die niet begrepen begonnen ze weer van voren af aan bij één, zoals avonturiers volgens het sprookje zich hapje voor hapje door een berg rijstebrij moesten eten om in het befaamde Luilekkerland te komen.

Hoewel ik het eerst moeilijk te geloven vond dat leerlingen zulke strategieën toepassen, lijken ‘rijstebrijachtige’ fenomenen helaas vaker voor te komen in de klas. De slecht presterende leerlingen die geld konden krijgen als ze voldoendes zouden halen, bedachten bijvoorbeeld vele slimme trucs om het proefwerk goed te maken – behalve het lezen van het boek of het maken van oefenopgaven.

Voor een goed resultaat kun je dus niet niet altijd volstaan met lessen en boeken geven en hopen dat de leerlingen eruit komen. Want leren is een probleem met drie lagen: de leerstof (wat je moet leren), de strategie (hoe je het moet leren), en ‘strategie-denken’, metacognitie, het kiezen van een strategie, en het wisselen van strategie als de huidige strategie niet werkt.

Hoe succesvol een leerling is hangt dus niet alleen af van factoren zoals motivatie, voorkennis en intelligentie, maar ook van welke leerstrategieën de leerling kent en hoe gemakkelijk hij of zij die toe kan passen. En daarbij kun je aan van alles denken, variërend van het maken van huiswerk, het gespreid leren van leerstof in plaats van stampen, tot het de docent om hulp vragen als je iets niet begrijpt. Het toepassen van dergelijke strategieën lijkt ook te correleren met de cijfers die studenten halen (Somech 1999).

Kennis van leerstrategieën/metacognitie is dus nuttig. Daarnaast zijn metacognitieve vaardigheden niet aangeboren, maar aangeleerd: ofwel omdat een leerling zelf een methode ontdekt, ofwel door het modelleren of mogelijk expliciet leren van metacognitieve methoden van anderen.

Maar is het een wel goed idee om metacognitie en leerstrategieën op school te onderwijzen? Het zou immers kunnen dat kinderen met slechte strategieën zo hopeloos dom zijn dat het die domheid is die het leren belemmert, niet de metacognitie. Uit onderzoek blijkt echter dat het onderwijzen van metacognitie wel helpt, vooral bij kinderen die het niet zo goed doen op school (de kinderen die het wel goed doen op school passen waarschijnlijk juist wel de juiste strategieën toe). Volgens Hattie komen de effecten van het trainen van studievaardigheden en metacognitie neer op d=0.59-0.69, wat behoorlijk goed is ten opzichte van de gemiddelde ‘gewone’ klas (rond d=0.30). Vooral doelen stellen, plannen, zelf-instructie (“ik ga nu…”) en zelf-evaluatie lijken effectief te zijn, met daarnaast meer standaardvaardigheden als het ‘transformeren’ van het materiaal, zoals het samenvatten en parafraseren van de leerstof.

Maar hoe pak je het onderwijzen van metacognitieve vaardigheden in de praktijk nou aan? Algemene, abstracte lessen erin lijken niet bijzonder effectief, dus geen uurtje ‘studievaardigheden’ op het laatste lesuur op vrijdagmiddag, maar vakdocenten die zelf demonstreren hoe zij lezen, leren, analyseren en strategieën kiezen, en eventuele expliciete metacognitieve instructie verweven met de lesstof. Een goede reden voor docenten om zelf ook wat over metacognitie te weten, in plaats van het allemaal over te laten aan gespecialiseerde psychologen of remedial teachers. Verder lijkt metacognitief onderwijs effectiever in kleinere groepjes, voor leerlingen in hogere klassen (misschien kunnen die iets beter abstract denken), en, zoals genoemd, voor de ‘achterblijvende’ studenten (Chiu, C. Paper presented at the Annual Meeting of the American Educational Research Association).

Voor een docent, als vak- en leerexpert, zijn sommige leer- en probleemoplossingsmethoden zo vanzelfsprekend dat hij of zij ze niet hardop beschrijft. Maar voor een leerling die, om wat voor reden ook, thuis of op school nog weinig heeft geleerd over hoe effectief te leren of problemen op te lossen, is juist die kennis bijzonder waardevol. Voor hen kan leren leren, en leren denken over denken een eerste stap zijn op het pad naar leersucces.

Verder lezen:
- Hattie, J. (2009). Visible Learning – A synthesis of over 800 meta-analyses relating to achievement. Londen: Routledge.
- Colvin Clark, R. (2008). Building Expertise – cognitive methods for training and performance improvement. Hoboken: John Wiley & Sons.
- Een verdere expert is Barry Zimmerman, die zelfregulatie bestudeert, en een uitgebreide omschrijving geeft van wat onderzoek heeft ontdekt over effectieve zelfregulatie bij bijvoorbeeld topsporters, maar ook bij leerlingen; hij vond zelfs dat bij meisjes op een ‘academisch uitdagende school’ (die waarschijnlijk bewust of onbewust al het een en ander weten over metacognitieve vaardigheden) de prestaties voor opstellen reviseren verbeterd konden worden door expliciet strategieën daarvoor te trainen. Zimmerman, “Development and Adaptation of Expertise: The Role of Self-Regulatory Processes and Beliefs”, in “The Cambridge Handbook of Expertise and Expert Performance”, Ed. K. Anders Ericsson et al., Cambridge University Press, 2006.