Een vroeg begin is niet het halve werk
Door Eric-Wubbo Lameijer
Één van de leukste dingen van mijn middelbare school vond ik het begin van de dag. Mijn vrienden wachtten altijd op een bankje links van de ingang met stuurse gezichten op de schoolbel. Dus ik groette ze elke keer met een opgewekte “Goedemorgen!” waarop mijn ene vriend antwoordde: “Goede morgen? Wubbo, het is helemaal geen goede morgen. Jij loopt in dertig seconden naar school. Maar wij moesten vroeg op en ver fietsen. Over heuvels!” Waarop mijn andere vriend aanvullend zei: “Een heleboel steile heuvels.” Maar ondanks mijn ochtend vrolijkheid hebben wetenschappers sinds mijn middelbare schooltijd aangetoond dat mijn vrienden gelijk hadden: de meeste adolescenten (14-20 jaar) lijden aan chronisch slaaptekort.
Ze hebben gemiddeld 9,2 uur slaap per nacht nodig, maar worden pas om 11 uur ‘s avonds moe. En door schooltijden komen ze bijna nooit aan die negen uur slaap toe – er zijn bijvoorbeeld Amerikaanse scholen die om 7:20 met de lessen beginnen, wat betekent dat de leerlingen 7 uur slaap hebben gehad – wat te vergelijken is met een volwassene die elke werkdag om 3 of 4 uur moet opstaan.
Dat chronisch slaaptekort kan nare gevolgen hebben. Leerlingen die niet goed opletten tijdens de eerste lesuren of tijdens de les in slaap vallen zijn misschien nog het kleinste probleem. Slaaptekort zorgt ook voor emotionele instabiliteit en gevoeligheid voor stress en depressie. En het wordt letterlijk levensbedreigend als scholieren (zoals in Amerika wel gebeurt) in hun auto naar school rijden – leerlingen die om 7:20 op school moeten zijn blijken 40% meer ongelukken te veroorzaken dan leerlingen die pas om 8:40 hoeven te beginnen (NBC Nightly News 2010).
Pubers eerder naar bed sturen blijkt echter niet te helpen – hun biologische klok is zodanig ingesteld dat ze gewoon tot 11 uur naar het plafond staren. In de jaren ‘90 stuurde de Minnesota Medical Association, naar aanleiding van biologisch onderzoek, dan ook brieven naar de schoolbestuurders in hun staat. Ze pleitten om voor de oudere leerlingen het begin van de dag op te schuiven. In 1997 verzetten een aantal scholen daarom hun begintijden van 7:20 naar 8:40, en vroegen wetenschappers van de universiteit van Minnesota het effect te onderzoeken (NASSP Bulletin 2002).
Niet alle resultaten waren positief. Er waren ouders die het nieuwe schoolrooster lastig te combineren vonden met hun eigen rooster. En de leerlingen vonden het vervelend dat ze later naar huis gingen, en minder tijd hadden voor sporten en baantjes. Maar de positieve effecten leken de overhand te hebben. De leerlingen voelden zich fitter. Ouders vonden de sfeer in het gezin verbeterd. Leerkrachten waren positief omdat de leerlingen alerter waren en minder snel in slaap vielen. De werkdruk van de administratie werd verlicht omdat er minder laatkomers waren. De opkomst was beter en minder leerlingen veranderden van school.
Interessant genoeg ging het cijfergemiddelde niet significant omhoog, maar de onderzoekers verklaarden dat doordat kinderen die normaal van school waren gegaan nu wel bleven doorleren en dat ze niet beschikten over de gegevens van objectieve nationale toetsen, zoals de SAT, omdat te weinig leerlingen in Minnesota die maakten. De resultaten van Minnesota lijken dus bemoedigend. Nederland heeft bij mijn weten gelukkig niet zulke extreme begintijden (ik heb hoogstens eens een 4-VMBO-klas meegemaakt die om 8:00 uur moest beginnen), maar toch vraag ik me af wat er zou gebeuren als we 14+-jarigen bijvoorbeeld pas om 10 uur met school zouden laten beginnen.
Ook in Amerika is er nog steeds debat over het verschuiven van schooltijden – het kan administratief lastig zijn om door te voeren en net zoals met elke verandering zijn veel mensen automatisch tegen. Zelf denk ik dat we administratief leed in perspectief moeten zien: voor een school zou de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de leerlingen belangrijker moeten zijn dan de pijn van verandering. Als je in 2021 op Wikipedia zoekt op het trefwoord “sleep-deprivation” zie je dat de internet-encyclopedie zeven hoofdoorzaken noemt van chronische slaap-deficiëntie, waarvan school er een is. Het wordt dan ook tijd dat we school van dat lijstje schrappen.
Andere nuttige bronnen:
Het slaaptekort bij pubers wordt ook besproken door Eveline Crone in haar boek “Het Puberende Brein” (Uitgeverij Bert Bakker, 2008)
___
Deze blog maakt onderdeel uit van de blogreeks ‘Toekomst in het onderwijs’, waarin auteur Eric-Wubbo Lameijer de meest interessante en innovatie ontwikkelingen op het gebied van onderwijs deelt.